Besmettelijke ziektes
Om verspreiding van besmettelijke ziektes op school tegen te gaan, nemen scholen en CLB’s maatregelen zodra zo’n ziekte is vastgesteld bij een leerling of een personeelslid van de school, of bij hun huisgenoten.
De preventieve of ‘profylactische’ maatregelen gelden voor de leerlingen en voor de personeelsleden.
De school en het CLB zijn samen verantwoordelijk voor de preventieve maatregelen. Zij werken samen om de verspreiding van besmettelijke ziektes te voorkomen.
Samenwerking met de school
Als een besmettelijke ziekte uitbreekt, moet de CLB-arts zo vlug mogelijk op de hoogte zijn. De ouders, de huisarts of de schooldirectie kunnen de CLB-arts op de hoogte brengen.
De directeur van een school moet contact opnemen met het CLB zodra hij of zij:
- Verneemt dat een leerling een besmettelijke ziekte heeft
- Vermoedt dat een leerling of een personeelslid aan een besmettelijke ziekte lijdt
- Verneemt dat bij een leerling of personeelslid thuis een besmettelijke ziekte is vastgesteld
De schooldirectie kan geen initiatieven nemen zonder overleg met de CLB-arts.
Soms moet een klas of een school worden gesloten als gevolg van een besmettelijke ziekte. In dat geval moet de directeur van de school, in overleg met het CLB:
- De ouders op het mogelijke besmettingsgevaar wijzen
- De ouders duidelijk maken welke voorzorgsmaatregelen zij kunnen nemen
- Het sluiten van de school of klas onmiddellijk melden aan het Departement Onderwijs en Vorming, afdeling Secundair Onderwijs en Leerlingenbegeleiding
De schooldirecteur kan de school of de klas pas opnieuw openen na de instemming van de arts van het team voor infectieziektebestrijding van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid.
Maatregelen van het CLB
Het CLB neemt maatregelen volgens de richtlijnen van de arts van het team voor infectieziektebestrijding van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid.
- Agentschap Zorg en Gezondheid - Contact infectieziektebestrijding
- Agentschap Zorg en Gezondheid - Draaiboek infectieziekten CLB
Besmettelijke ziekten bij schoolpersoneel worden opgevolgd door de arbeidsgeneeskundige diensten.